smeerlap
Nederlands
Woordafbreking
- smeer·lap
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘scheldwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1721 [1]
- samenstelling van smeer ww en lap [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smeerlap | smeerlappen |
verkleinwoord | smeerlapje | smeerlapjes |
Zelfstandig naamwoord
smeerlap m
- een vette lap waarmee men iets insmeert en glad maakt
- Vroeger werd de paardentram met behulp van een smeerlap bij droog weer over bruggetjes geholpen.
- (scheldwoord) iemand die vuile streken uithaalt met name op seksueel gebied
- Met die smeerlap kun je beter geen zaken doen.
- Het merendeel van politici en advokaten zijn geboren smeerlappen.
Afgeleide begrippen
- smeerlappenwerk
Gangbaarheid
- Het woord smeerlap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smeerlap' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.