sluiting
Nederlands
Woordafbreking
- slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sluiting | sluitingen |
verkleinwoord | sluitinkje | sluitinkjes |
Zelfstandig naamwoord
sluiting v
- het resultaat van sluiten of middel waarmee men kan sluiten
- De gemeenteraad discussieerde over de sluiting van het zwembad.
- Het kettinkje werd met een klein sluitinkje vastgemaakt
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord sluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sluiting' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.