ritssluiting
![](../I/m/Zipper_animated.gif)
Een ritssluiting in werking.
Nederlands
Woordafbreking
- rits·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘treksluiting’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1937 [1]
- samenstelling van rits en sluiting
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ritssluiting | ritssluitingen |
verkleinwoord | ritssluitinkje | ritssluitinkjes |
Zelfstandig naamwoord
ritssluiting v
- een sluiting bestaande uit twee rijen in elkaar grijpende metalen of kunststof haakjes
- De ritssluiting heeft de knoop als sluiting verdrongen.
Gangbaarheid
- Het woord ritssluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ritssluiting' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.