slobkous
Nederlands
Woordafbreking
- slob·kous
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘sok zonder zool’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1769 [1]
- samenstelling van slob ww en kous zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slobkous | slobkousen |
verkleinwoord | slobkousje | slobkousjes |
Zelfstandig naamwoord
slobkous v / m [3]
- korte beenkap die over de instap van het schoeisel wordt gedragen om de broek tegen modder te beschermen
- (kleding) kous zonder voet
Gangbaarheid
- Het woord slobkous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slobkous' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.