slijper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slijĀ·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van slijpen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord slijper slijpers
verkleinwoord slijpertje slijpertjes

Zelfstandig naamwoord

slijper m [2]

  1. (beroep) iemand die slijpt
  2. (gereedschap) toestel waarmee men iets kan slijpen bijv. een haakse slijper
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord slijper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.