slijper
Nederlands
Woordafbreking
- slijĀ·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slijper | slijpers |
verkleinwoord | slijpertje | slijpertjes |
Zelfstandig naamwoord
slijper m [2]
- (beroep) iemand die slijpt
- (gereedschap) toestel waarmee men iets kan slijpen bijv. een haakse slijper
Verwante begrippen
Hyponiemen
- boerenkoolslijper, diamantslijper, glasslijper, messenslijper, potloodslijper, puntenslijper, scharenslijper, scherpslijper
Gangbaarheid
- Het woord slijper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slijper' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.