skispringen
Nederlands
![](../I/m/Hochfirstschanze.jpg)
skischans voor skispringen
Woordafbreking
- ski·sprin·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ski zn en springen zn
Werkwoord
skispringen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
skispringen |
||
onvolledig |
- (sport) tak van de skisport waarbij men springt van een skischans waarbij men zowel mooi als ver moet proberen te springen
- Over iets meer dan drie maanden, op vrijdag 9 februari om 20.00 uur (lokale tijd), vindt in Pyeongchang de openingsceremonie plaats van de Winterspelen. Een dag eerder zijn al de eerste evenementen (curling en skispringen). [1]
- Natuurlijke sneeuw is voor de Winterspelen net zo min noodzakelijk als natuurijs. 'Het kan met kunstsneeuw, dat staat buiten kijf', zei Gian-Franco Kasper, voorzitter van de internationale skifederatie en vooraanstaand IOC-lid, tegen persbureau AP. 'Bij langlaufen is het mogelijk. Bij skispringen maakt het geen verschil. Bij de wereldbekers in het alpine, skiën ze bijna honderd procent op kunstsneeuw, omdat die compacter is.' [2]
Gangbaarheid
- Het woord skispringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Tubantia Mark Caldenhoven 31-oktober-2017
- Volkskrant Mark van Driel 31 juli 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.