sjouwer

Nederlands

Uitspraak

Geluid: sjouwer (hulp, bestand)

Woordafbreking

sjou·wer

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van sjouwen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sjouwer	sjouwers
verkleinwoord	sjouwertje	sjouwertjes

Zelfstandig naamwoord

sjouwer m [1]

(beroep) iemand die beroepsmatig zware lasten verplaatst

Verwante begrippen

kruier, pakjesdrager, witkiel

Afgeleide begrippen

sjouwerman

Vertalingen

1. iemand die beroepsmatig zware lasten verplaatst

Engels: porter ^(en)
Noors: havnearbeider ^(no) m

Nynorsk: hamnearbeidar ⁽ⁿⁿ⁾ m
Russisch: грузчик ^(ru) m, носильщик ^(ru) m
Spaans: mozo ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord sjouwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sjouwer' herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.