simulatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • si·mu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van simuleren met het achtervoegsel -atie

enkelvoud meervoud
naamwoord simulatie simulaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

simulatie v

  1. het simuleren
  2. (informatica), (wiskunde) nabootsing van een systeem of model
  3. (juridisch) het verrichten van schijnhandelingen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • simulatiegegevens
  • simulatiekamer
  • simulatiemachine
  • simulatiemethode
  • simulatiemodel
  • simulatieniveau
  • simulatieoefening
  • simulatieprogramma
  • simulatieresultaat
  • simulatiesessie
  • simulatiespel
  • simulatiestudie
  • simulatietaal
  • simulatietechniek
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord simulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.