semafoor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·ma·foor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘seintoestel’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'sèma' (sein, teken) met het achtervoegsel -foor [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord semafoor semaforen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

semafoor m [3]

  1. (communicatie) seintoren voor de kustvaart, seinpaal bij het spoorwezen, stoplicht, verkeerslicht
Synoniemen
  • armtelegraaf, kustseinpost, seinmast, seintoren, seinpaal, seininrichting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord semafoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.