seinvuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  seinvuur    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɛiɱvyr/
Woordafbreking
  • sein·vuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord seinvuur seinvuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

seinvuur o

  1. (communicatie) in brand gestoken materiaal bedoeld als teken voor personen die zich ver weg bevinden
    • Zodra de karavaan haar tenten opslaat, op de laatste avond voordat ze de mond van de Siatangrivier bereikt, zal Bchara, die de bewegingen ervan van boven uit de bergen waarneemt, een seinvuur aanleggen. Aziz-chons patrouilles zullen dat zien en op diezelfde nacht zal Aziz-chon de Grote Rivier oversteken. [2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'seinvuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.