security
Nederlands
Woordafbreking
- se·cu·ri·ty
Woordherkomst en -opbouw
- leenwoord van Engels security "beveiligingsdienst"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | security | security's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
security v
- groep mensen die binnen een organisatie zorgen voor bewaking tegen boosdoeners
- Mannen met een bordje security op hun borst hebben alle deuren afgesloten. [1]
- plaats waar wordt gecontroleerd dat mensen geen wapens of andere gevaarlijke spullen meenemen
- Die meneer is net als u en ik gewoon door de security gegaan. Laten we alsjeblieft niet paranoïde worden, zeg! [2]
Gangbaarheid
- Het woord security staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'security' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Alef, L.B. "Lopen-Graven-Lopen" in: De Revisor. jrg. 8 nr. 3 (juni 1981) De Revisor, Amsterdam; p. 5; geraadpleegd 2018-08-23
- Scheers, R. van "Dilemma" in: Hollands Maandblad. 648 jrg. 43 nr. 11 (november 2001) Stichting Hollands Maandblad / Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam; p. 6; geraadpleegd 2018-08-23
Engels
Zelfstandig naamwoord
security
- zekerheid, veiligheid
- beveiligingsdienst
- onderpand
- bewijs van eigendom van waardepapieren
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.