schorseneer

Schorseneren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schor·se·neer
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord schorseneer schorseneren
verkleinwoord schorseneertje schorseneertjes

Zelfstandig naamwoord

schorseneer v/m

  1. (groente) Scorzonera, een plantenwortel die als groente gegeten wordt
Synoniemen
  • schorseneel
Verwante begrippen
  • plantenwortel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schorseneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.