schorseneer
![](../I/m/Schwarzwurzeln.jpg)
Schorseneren
Nederlands
Woordafbreking
- schor·se·neer
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schorseneer | schorseneren |
verkleinwoord | schorseneertje | schorseneertjes |
Zelfstandig naamwoord
schorseneer v/m
- (groente) Scorzonera, een plantenwortel die als groente gegeten wordt
Synoniemen
- schorseneel
Verwante begrippen
- plantenwortel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord schorseneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schorseneer' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.