schopstoel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schop·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schopstoel schopstoelen
verkleinwoord schopstoeltje schopstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

schopstoel m [3]

  1. (geschiedenis) strafwerktuig, waarbij de misdadiger met gebonden handen op een soort van wip geplaatst werd, waardoor hij omhoog geslingerd werd,
Uitdrukkingen en gezegden

op de schopstoel zitten

  • in een onzekere toestand verkeren

Gangbaarheid

  • Het woord schopstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.