schoolschrift
Nederlands
Woordafbreking
- school·schrift
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van school en schrift
| 1 | enkelvoud | meervoud |
|---|---|---|
| naamwoord | schoolschrift | schoolschriften |
| verkleinwoord | schoolschriftje | schoolschriftjes |
| 2 | enkelvoud | meervoud |
|---|---|---|
| naamwoord | schoolschrift | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
schoolschrift o
- (onderwijs) een boekje met lege gelinieerde bladzijden en een meestal slappe kaft, waarin schoolkinderen hun sommen en schrijfoefeningen maakten
- Nadat zij in december 1942 bijna alle pagina’s in haar poëziealbum had gevuld, zette Anne Frank haar dagboek voort in schoolschriften.
- (onderwijs) een manier van schrijven speciaal ontwikkeld voor het onderwijs
- Zijn handschrift week na al die jaren nog weinig af van het schoolschrift dat zijn juf hem op de lagere school aangeleerd had.
Gangbaarheid
- Het woord schoolschrift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.