schillen
![](../I/m/Potatoe_peeling.jpg)
Een aardappel schillen.
Nederlands
Woordafbreking
- schil·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schillen |
schilde |
geschild |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
schillen
- overgankelijk de schil van een vrucht verwijderen
- Vergeet je de aardappels niet te schillen?
Hyponiemen
- afschillen, verschillen
Afgeleide begrippen
- geschil, schilhout, schilijzer, schillenbak, schillenboer, schillenmand, schiller, schilling, schilploeg
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord schillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schillen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.