peel
Nederlands
Woordafbreking
- peel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘drassig veenland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1108 [1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pelen |
peel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pelen
- Ik peel.
- gebiedende wijs van pelen
- Peel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pelen
- Peel je?
Gangbaarheid
- Het woord peel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'peel' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.