peel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • peel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘drassig veenland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1108 [1]

Werkwoord

vervoeging van
pelen

peel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pelen
    • Ik peel. 
  2. gebiedende wijs van pelen
    • Peel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pelen
    • Peel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord peel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.