schild
Nederlands
Woordafbreking
- schild
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schild | schilden |
verkleinwoord | schildje | schildjes |
Zelfstandig naamwoord
schild o
- (militair) een voorwerp dat als afweer tegen de aanval van de vijand voor zich gehouden wordt
- De krijgers sloegen met hun speren op hun schilden om zichzelf moed en de vijand schrik in te boezemen.
- (dierkunde) harde buitenkant die het lichaam van sommige dieren beschermt
- bord met een opschrift
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord schild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schild' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.