schilden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schilden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxɪldən/
Woordafbreking
  • schil·den

Werkwoord

vervoeging van
schillen

schilden

  1. meervoud verleden tijd van schillen
    • Wij schilden. 
    • Jullie schilden. 
    • Zij schilden. 

Zelfstandig naamwoord

schilden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schild
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.