schijthuis
Nederlands
![](../I/m/T.T_Langgevelboerderij_Barrierweg_Liempde_Schijthuis.jpg)
schijthuis
Woordafbreking
- schijt·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schijt en huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schijthuis | schijthuizen |
verkleinwoord | schijthuisje | schijthuisjes |
Zelfstandig naamwoord
schijthuis o
- (verouderd) afgesloten ruimte met toilet
- ‘En daar in het schijthuis van het klooster werd ik als door een bliksemschicht getroffen door de idee dat de rechtvaardigen zullen leven door het geloof alleen.’ [1]
Gangbaarheid
- Het woord schijthuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schijthuis' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC 12 januari 2017 JOOST VERMEULEN
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.