schaapherder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schaap·her·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schaapherder schaapherders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

schaapherder m [1]

  1. (beroep) herder van schapen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schaapherder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.