sauspan
Nederlands
Woordafbreking
- saus·pan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van saus zn en pan zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sauspan | sauspannen |
verkleinwoord | sauspannetje | sauspannetjes |
Zelfstandig naamwoord
sauspan v/m [2]
- (huishouden) steelpan waarin men een dikvloeibare saus kan bereiden
- In een sauspan de cranberry’s en witte ui kort aanbakken in hete olie, de suiker toevoegen en karameliseren. Afblussen met sinaasappelsap en een beetje water toevoegen zodat een dikke emulsie ontstaat. [3]
- Breek de chocolade in een sauspan en voeg het water, siroop en 2/3 van de slagroom toe. Verwarm het op laag vuur tot de chocolade gesmolten is. Neem de pan van het vuur en laat het chocolademengsel iets afkoelen. Roer het af en toe even door. [4]
- Laat de balsamicoazijn even inkoken in een sauspan tot ze stroperig wordt. [5]
Verwante begrippen
- juspan
Gangbaarheid
- Het woord sauspan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sauspan' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- sauspan op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Jord Althuizen 15-02-18 Gildehoen dijen met sinaasappel-cranberry chutney
- De Telegraaf 03 nov. 2017 Gruwelijk lekkere chocolademousse
- De Standaard 30/07/2016 RECEPT. Kokosyoghurt met frambozencoulis
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.