sassen
Nederlands
Woordafbreking
- sas·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘pissen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
Zelfstandig naamwoord
sassen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord sas
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sassen |
saste |
gesast |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
sassen
- In de toekomst kan het natuurlijk niet dat rioolwater ongezuiverd in de rivieren wordt gesast.
- inergatief (informeel) pissen, urineren [3]
- Op de gekste plekken wordt gesast, gewipt en gespoten…
Gangbaarheid
- Het woord sassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sassen' herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.