rul

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rul    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rul
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘korrelig’ voor het eerst aangetroffen in 1714 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord rul rullen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

rul v / m [5] [6] [7] [8]

stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rulrullerrulst
verbogen rullerullererulste
partitief rulsrullers-

Bijvoeglijk naamwoord

rul [9]

  1. bobbelig, bultig, oneffen, ruig, ruw
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.