rugzakreiziger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rug·zak·rei·zi·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rugzakreiziger rugzakreizigers
verkleinwoord rugzakreizigertje rugzakreizigertjes

Zelfstandig naamwoord

rugzakreiziger m

  1. iemand die met alleen een rugzak rondreist
    • De absurde wereld van de rugzakreiziger. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
  • rugzaktoerisme

Gangbaarheid

  • Het woord 'rugzakreiziger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.