rozemarijn

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·ze·ma·rijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘heester’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1515 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord rozemarijn
verkleinwoord rozemarijntje rozemarijntjes

Zelfstandig naamwoord

rozemarijn m

  1. (kruid) Rosmarinus officinalis, een houtachtig keukenkruid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rozemarijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.