rookwaar
Nederlands
![](../I/m/Man_zit_met_een_pijp_in_een_stoel_voor_het_raam_te_roken%2C_Bestanddeelnr_252-9127.jpg)
de rustige roker geniet van zjn rookwaar
Woordafbreking
- rook·waar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rook zn en waar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rookwaar | rookwaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
rookwaar v/m [1]
- alles wat je nodig hebt om tabak te kunnen roken
- Sigaretten met minuscule gaatjes in het filterpapier zijn veel schadelijker dan wat tabaksfabrikanten suggereren. Dat is te concluderen uit een recent verschenen onderzoeksverslag op de website van het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het is voor het eerst dat de overheidsdienst zich zo stellig uitspreekt over de veelbesproken rookwaar. [2]
- In het Stop-huis drukken de deelnemers zondagmorgen gezamenlijk hun laatste sigaret uit. De rookwaar gaan achter slot en grendel, de vijftig stoppers moeten het vervolgens tot en met donderdagavond zonder te roken uit zien te houden. Er zal onder meer aan sport en cultuur worden gedaan. [3] }
Gangbaarheid
- Het woord rookwaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rookwaar' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Gerben van 't Hof en Victor Schildkamp 25-08-17, Ook RIVM erkent gevaar van de 'sjoemelsigaret'
- Tubantia 30-09-17 Deze Twentenaren sluiten zich vrijwillig op om te stoppen met roken
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.