rookkamer
Nederlands
![](../I/m/INTERIEUR%2C_BEGANE_GROND_(0-4)%2C_ROOKKAMER%2C_NOORDZIJDE_-_Doorn_-_20278021_-_RCE.jpg)
rookkamer
Woordafbreking
- rook·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rook en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rookkamer | rookkamers |
verkleinwoord | rookkamertje | rookkamertjes |
Zelfstandig naamwoord
rookkamer v/m [1]
- afgesloten ruimte voor het roken van vlees en vis
- kamer waarin personen mogen roken
- De rookkamer van het restaurant was koud en ongezellig ingericht om het roken te ontmoedigen.
Gangbaarheid
- Het woord rookkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rookkamer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.