rookalarm
Nederlands
Woordafbreking
- rook·alarm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rook en alarm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rookalarm | rookalarmen |
verkleinwoord | rookalarmpje | rookalarmpjes |
Zelfstandig naamwoord
- een alarm dat waarschuwt als er rook of vuur is
- Er gaat met regelmaat iets mis in mijn keuken. Piepers die aanbranden, cake die te droog wordt, het rookalarm dat begint te loeien wanneer ik een biefstuk grill; niets thuiskokkerigs is mij vreemd.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'rookalarm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rookalarm' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Janneke Vreugdenhil 12 maart 2012
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.