roodheid

Nederlands

roodheid van de handen door de vijfde ziekte
Uitspraak
Woordafbreking
  • rood·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van rood met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord roodheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

roodheid v [1]

  1. (medisch) rode kleurverandering van de huid, ontstaan als gevolg van vaatverwijding
    • De komende dagen ligt de zonkracht in Amsterdam waarschijnlijk rond de vijf, waarbij de huid al na twintig minuten kan verbranden. Bij zonkracht drie kan een ongewende huid na 35 minuten in de zon verbranden. De roodheid en pijn ontstaan echter pas uren later.[2] 
    • Om goed te kunnen onderzoeken hoe de huid er 'van binnen' uitziet is er een soort van digitaal fototoestel waar je met het hoofd in gaat. Op het scherm wordt dan heel schematisch en confronterend zichtbaar waar de roodheid (couperose) zit, hoe het met de UV-vlekken gesteld is (sproeten, pigmentvlekken), rimpels en nog zo wat ontnuchterende zaken.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord roodheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.