rondweg
Nederlands
Woordafbreking
- rond·weg
Synoniemen
- plompweg, gladweg, eerlijk, botweg, onverbloemd, rondborstig, openhartig, ongeveinsd
Zelfstandig naamwoord
rondweg m
- een weg die rondom een stad gaat
- Een deel van de N367, de oostelijke rondweg om Winschoten, is dinsdagochtend rond 07.00 uur weer opengesteld na een urenlange afsluiting wegens een brand. In de nacht lagen brandslangen over de weg die werden gebruikt bij de bestrijding van een brand op het industrieterrein aan de Kartonbaan, waar bij recyclingbedrijf Virol een berg met schroot in lichterlaaie stond.[2]
- De blikvanger komt pal langs de nieuwe rondweg Badhoevedorp. Corendon heeft het voormalig hoofdkantoor van Sony gekocht en verbouwt het nu tot viersterren hotel, zo schrijft het Leidsch Dagblad. [3]
Gangbaarheid
- Het woord rondweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rondweg' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 20 mrt. 2018 Rondweg Winschoten weer open na brand
- de Telegraaf 19 dec. 2017 747 in tuin hotel Badhoevedorp
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.