rondreis

Nederlands

Uitspraak

Geluid: rondreis (hulp, bestand)

Woordafbreking

rond·reis

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van rond en reis

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rondreis	rondreizen
verkleinwoord	rondreisje	rondreisjes

Zelfstandig naamwoord

rondreis v / m [1]

reis met bezoek aan verschillende plaatsen of personen

Verwante begrippen

tour, tournee

Synoniemen

rondgang, rondrit

Hyponiemen

autorondreis

Afgeleide begrippen

rondreisbiljet, rondreispolis

Vertalingen

1.

Engels: theatrical tour ^(en), tour ^(en)

Spaans: gira ^(es) v, tournée ^(es) v

Werkwoord

vervoeging van
rondreizen

rondreis

(in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondreizen
- ... dat ik rondreis.

Gangbaarheid

Het woord rondreis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rondreis' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.