rog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rog
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kraakbeenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord rog roggen
verkleinwoord roggetje
rogje
roggetjes
rogjes

Zelfstandig naamwoord

rog m

  1. (vissen) Batoidei of Hypotremata, een brede platte kraakbeenvis met een smalle staart
    • Kinderen verbazen zich vaak over de platte vorm van een rog. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.