roerloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roer·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen roerloosroerlozerroerloost
verbogen roerlozeroerlozereroerlooste
partitief roerloosroerlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

roerloos

  1. volkomen stil, zonder zich te roeren
    • Zij stonden daar roerloos als standbeelden. 
    • Zonder een ooglid te verroeren zat Kleine Woord op zijn stapel plaggen en wachtte roerloos op het geheimzinnige wezen, dat nu bijna de ingang van het huis van het Moeraspaard had bereikt. [2] 
  1. zonder roer
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord roerloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. roerloos op website: Etymologiebank.nl
  2. Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 47
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.