rodehond
Nederlands
Woordafbreking
- ro·de·hond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rood en hond met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rodehond | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
rodehond m
- (medisch) een infectieziekte waarbij het gehele lichaam met rode plekken en bulten bedekt is
Vertalingen
1. een infectieziekte waarbij het gehele lichaam met rode plekken en bulten bedekt is
Gangbaarheid
- Het woord rodehond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rodehond' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.