robot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: robot (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈro.bɔt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈro.bɔt/
- (Limburg): /ˈro.bɔt/
Woordafbreking
- ro·bot
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Tsjechisch, in de betekenis van ‘kunstmens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1931 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | robot | robots robotten |
verkleinwoord | robotje | robotjes |
Zelfstandig naamwoord
robot m
- (techniek) een machine die beschikt over een stoffelijke vorm ('lichaam') en een beslissingsmodel (programma)
- In de praktijk betekent het dat een robot voor verschillende producten kan worden ingezet, waar een numerieke machine slechts een (deels variabele) taak kan uitvoeren.
- Er zijn enkele eerdere gevallen bekend over gewelddadige interacties tussen verdachten en de politie waarbij robots zijn gebruikt. Bijvoorbeeld bij een arrestatie in Albuquerque in de VS in 2014. Daar had een gewapende verdachte zich verschanst in een motelkamer. De politie gebruikte toen chemische munitie via een robot waarna de verdachte zich overgaf, zo staat te lezen in het officiële politierapport over de zaak. [3]
Hyponiemen
- geldrobot, industrierobot, keukenrobot, melkrobot, productierobot, reparatierobot
Afgeleide begrippen
- robotarm, robotcombinatie, robotcombinaties, robotfoto, robothond, robotica, robotportret, robotstation, robotstations, robotsysteem, robottekening, robotvliegtuig, robotwedloop, robotachtig, robotisering
Vertalingen
1. een machine die beschikt over een stoffelijke vorm ('lichaam') en een beslissingsmodel (programma)
Gangbaarheid
- Het woord robot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'robot' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | robot | robots robotte |
verkleinwoord | robotjie | robotjies |
Zelfstandig naamwoord
robot
- «Wag eers, die robot is rooi.»
- Wacht even, het stoplicht staat op rood.
- «Wag eers, die robot is rooi.»
Zweeds
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | robot | roboten | robotar | robotarna |
genitief | robots | robotens | robotars | robotarnas |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.