risicofactor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·si·co·fac·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord risicofactor risicofactoren
verkleinwoord risicofactortje risicofactortjes

Zelfstandig naamwoord

risicofactor m

  1. (medisch) omstandigheid die de kans op ziekte vergroot
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord risicofactor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.