rijvlak
Nederlands
Woordafbreking
- rij·vlak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rij ww en vlak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijvlak | rijvlakken |
verkleinwoord | rijvlakje | rijvlakjes |
Zelfstandig naamwoord
rijvlak o [1]
- vlak waarop gereden wordt:
- (verkeer) dat deel van een rubberband dat contact heeft met het wegdek
Gangbaarheid
- Het woord 'rijvlak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.