rijten

Nederlands

Uitspraak

Geluid: rijten (hulp, bestand)

Woordafbreking

rij·ten

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘scheuren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
rijten	reet	gereten
klasse 1	volledig

Werkwoord

rijten

overgankelijk met een scheurende beweging uit elkaar trekken

- Vijf mensen zijn zondag in het noordoosten van Engeland gewond geraakt, toen het dak van een dubbeldekker werd gereten toen de bus een spoorbrug raakte.

Hyponiemen

afrijten, openrijten, oprijten, uiteenrijten, vaneenrijten

Vertalingen

1. met een scheurende beweging uit elkaar trekken

Duits: reißen ^(de)
Engels: rip ^(en), tear ^(en)

Frans: déchirer ^(fr)
Spaans: desgarrar ^(es), rasgar ^(es)

Zelfstandig naamwoord

rijten mv

meervoud van het zelfstandig naamwoord rijt

Gangbaarheid

Het woord rijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijten' herkend door:

73 %	van de Nederlanders;
79 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

"rijten" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.