rijsttafel
Nederlands
Woordafbreking
- rijst·ta·fel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘hoofdmaaltijd met rijst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1883 [1]
- samenstelling van rijst en tafel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijsttafel | rijsttafels |
verkleinwoord | rijsttafeltje | rijsttafeltjes |
Zelfstandig naamwoord
rijsttafel v/m
- (voeding) een combinatie van rijstschotels en bijgerechten afkomstig uit de koloniale keuken van het eertijdse Nederlands-Indië
- We hebben een heerlijke rijsttafel gegeten.
Gangbaarheid
- Het woord rijsttafel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijsttafel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rijsttafelen |
rijsttafel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rijsttafelen
- Ik rijsttafel.
- gebiedende wijs van rijsttafelen
- Rijsttafel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rijsttafelen
- Rijsttafel je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.