reukeloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reu·ke·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van reuk met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen reukeloosreukelozerreukeloost
verbogen reukelozereukelozerereukelooste
partitief reukeloosreukelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

reukeloos

  1. zonder geur
    • De schimmelkaas was reukeloos gemaakt. 
  1. niet kunnen ruiken
    • Door de verkoudheid was de wijnproever reukeloos. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'reukeloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.