rente
Nederlands
Woordafbreking
- ren·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rente | rentes renten |
verkleinwoord | rentetje | rentetjes |
Zelfstandig naamwoord
rente v/m
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. op geregelde tijden te betalen geldbedrag voor het vruchtgebruik van een geleende som geld
Gangbaarheid
- Het woord rente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rente' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rentar |
rente
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rentar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rentar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rentar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.