rendement
Nederlands
Woordafbreking
- ren·de·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘opbrengst’ voor het eerst aangetroffen in 1721 [1]
- Naamwoord van handeling van renderen met het achtervoegsel -ment [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rendement | rendementen |
verkleinwoord | rendementje | rendementjes |
Zelfstandig naamwoord
rendement o
- Het rendement van een investering wordt te veel als uitgangspunt genomen.
- wat iets oplevert.
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Gangbaarheid
- Het woord rendement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rendement' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.