rehabilitatie
Nederlands
Woordafbreking
- re·ha·bi·li·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van habilitatie met het voorvoegsel re-
- Naamwoord van handeling van rehabiliteren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rehabilitatie | rehabilitaties |
verkleinwoord | rehabilitatietje | rehabilitatietjes |
Zelfstandig naamwoord
rehabilitatie v [1]
- herstel in vorige staat, eer of aanzien, eerherstel
- Rome, 2 november 1992: In een definitieve rehabilitatie van Galileo Galileï, de zeventiende-eeuwse astronoom die zich de woede van de inquisitie op de hals haalde door te zeggen dat de aarde om de zon draaide, heeft de paus gezegd dat de veroordeling van Galilei door de kerk “overhaast en ongelukkig” was. [2]
- (economie) schadeherstel bijv. van woning of stadswijk
- (medisch) herstel van de gezondheid, revalidatie
- na het herstel van de gebroken arm moest de vrouw zes weken lang elke dag naar de rehabilitatie
Afgeleide begrippen
- rehabilitatieprogramma
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rehabilitatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rehabilitatie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.