rehabiliteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ha·bi·li·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘herstellen, zuiveren’ voor het eerst aangetroffen in 1503 [1]
  • afgeleid van het Franse réhabiliter (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rehabiliteren
rehabiliteerde
gerehabiliteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

rehabiliteren [4]

  1. overgankelijk (juridisch) iemand zijn verloren gegane goede naam teruggeven
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rehabiliteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.