regisseur
Nederlands
Woordafbreking
- re·gis·seur
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘artistiek leider’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van regie met het achtervoegsel -eur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regisseur | regisseurs |
verkleinwoord | regisseurtje | regisseurtjes |
Zelfstandig naamwoord
regisseur m
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord regisseur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'regisseur' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.