refracteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·frac·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
refracteren
refracteerde
gerefracteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

refracteren [2]

  1. (optica) overgankelijk (van golven:) breken (veranderen van richting)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'refracteren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.