recordhouder

Nederlands

[1] Usain Bolt recordhouder 100 meter hardlopen
[2] de wereldrecordhouder langste mens van de wereld
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cord·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recordhouder recordhouders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

recordhouder m

  1. (sport) iemand die de beste prestatie heeft verricht in een sport
    • ‘We moeten onze verantwoordelijkheid nemen en het is niet goed voor hem om in korte tijd twee wedstrijden te spelen’, aldus de bondscoach. ‘Zeker omdat het veld in Bosnië zo zwaar lag.’ Batshuayi vliegt ook weer naar de bank, want Romelu Lukaku, met tien goals in deze voorronde nu al Belgisch recordhouder van aantal goals in één kwalificatie, is na zijn enkelblessure fit genoeg bevonden. [1] 
  1. iets of iemand die het huidige record op zijn naam heeft staan, ook gebruikt is situaties buiten de sport
    • Hoewel Mochi nu de hond met de langste tong is, is haar tong niet de langste hondentong ooit. De absolute recordhouder is nog steeds Brandy, een boxer uit Michigan in de VS. Brandy (1995-2002), die overleed aan een maagaandoening, had een tong van maar liefst 43,18 centimeter. Dat leverde haar net als Mochi een vermelding op in het recordboek. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord recordhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. de Standaard DINSDAG 10 OKTOBER 2017
  2. Tubantia Tom Tates 5 okt. 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.