rechercheur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cher·cheur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechercheur rechercheurs
verkleinwoord rechercheurtje rechercheurtjes

Zelfstandig naamwoord

rechercheur m [2]

  1. (beroep) iemand die een politioneel onderzoek uitvoert
    • De rechercheurs maakten dankbaar gebruik van de genetische resultaten. 
Hyponiemen
  • bouwrechercheur, ex-rechercheur, hoofdagent-rechercheur, hoofdrechercheur, rijksrechercheur, sociaal rechercheur
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rechercheur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.