rangeren
Nederlands
Woordafbreking
- ran·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘treinen of spoorwagons in volgorde plaatsen’ voor het eerst aangetroffen in 1876 [1]
- afgeleid van het Franse ranger met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rangeren |
rangeerde |
gerangeerd |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- manoeuvreren, gemanoeuvreer, manoeuvreerbaar, manoeuvrering
- rangeerder, rangering
Gangbaarheid
- Het woord rangeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rangeren' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.