reünie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·u·nie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bijeenkomst van oud-collega's’ voor het eerst aangetroffen in 1679 [1]
  • afgeleid van unie met het voorvoegsel re- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reünie reünies
verkleinwoord reünietje reünietjes

Zelfstandig naamwoord

reünie v

  1. een gelegenheid waarbij een groep mensen na lange tijd opnieuw bijeenkomt
    • De schoolklas hier na 40 jaar een reünie. 
Hyponiemen
  • doopreünie
  • familiereünie
  • klasreünie
  • klassenreünie
  • schoolreünie
Afgeleide begrippen
  • reünieavond, reünietournee, reünist

Gangbaarheid

  • Het woord reünie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.